‘Argus? Die club gaat groeien, let maar op’

Wie Barry Schep wil spreken, moet van goeden huize komen. De voormalig korfballer en huidige coach van korfbalclub Dalto is een druk baasje. Maar vanuit de auto vertelt hij honderduit. Over zijn grote passie korfbal, over waarom iedereen zou moeten sporten en over Weesp. “We zijn hier gelukkig.”Ja, het werd een lekkere lange dag, die afgelopen woensdag, vertelt Schep terwijl hij over de snelweg zoeft. Om kwart voor zes ging de wekker en rukte hij zich los uit zijn warme bed. Op weg naar Dordrecht waar hij bij RTC Dordt S talenten uit de regio traint. En die sportieve eary birdies doen dat voordat ze naar school gaan. Sporten in de vroege ochtenduren heeft wel wat en het enthousiasme van de spelers maakt veel goed. Bovendien heeft hij zelf dan ook een lekkere lange dag, grapt hij. Een uurtje rijden en hij is terug in Weesp waar zijn werkdag van start kan gaan. Zijn hobby, of laten we zeggen allergrootste passie, is naadloos overgegaan in de baan waarmee hij brood op de plank krijgt.KNVKAls werknemer van het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNVK) is hij verantwoordelijk voor de sponsoring van verschillende evenementen. Van de korfbalfinale in Ahoy tot de Nationale Korfbaldag en alles wat daar tussenin zit. Een baan die hem als praktisch ingesteld organisatietalent op het lijf is geschreven. Daarnaast is hij hoofdcoach van Dalto, bondscoach van Oranje, woont hij samen met Roos met wie hij zorgt voor dochter Liv (’en deze maand verwachten Roos en ik ons tweede kindje’) en is hij actief bij Argus, de club in Weesp. Een vol leven waarin hij ook nog eens tijd vrijmaakt om te sporten en zijn vrienden te zien. “Die zie ik natuurlijk veel te weinig, maar ik ben trouw. En met de vriendengroep van vroeger spreek ik minimaal eens in de maand af. Gaan we naar café De Eendracht om lekker bij te kletsen. Dat vind ik belangrijk.”Heil in WeespEenenveertig jaar geleden werd Schep geboren in ‘s-Gravenzande, een stad in het Westland. Van daaruit verhuisde hij naar Delft, pakte de verhuisdozen in en toog naar Amsterdam en is nu neergestreken in Weesp. Over het achterlaten van een woning midden in de Jordaan om naar het pittoreske Weesp te gaan, moest hij wel even nadenken. Want midden in de Jordaan wonen betekent altijd leven in de brouwerij. Nooit ver hoeven lopen voor een kroegje. Maar het betekent ook veel toeristen, drukte en weinig speelruimte voor kinderen. “En ja, dan is Weesp best voor de hand liggend om te wonen. Veel Amsterdammers die de drukte zat zijn, zoeken hun heil in Weesp. Vrienden van Roos en mij gingen ons al voor en wij werden daardoor getriggerd. Het historische centrum is prachtig. We zijn hier gelukkig.”Korfbal. Hij trekt zich er echt helemaal niets van aan, maar weet: de sport heeft een ietwat stoffig imago. “En dat is zo onterecht. Korfbal is een superleuke sport. De absolute meerwaarde is dat het een gemengde sport is. Dat mannen en vrouwen samenspelen. Dat geeft zo’n leuke en goede sfeer. Ook na de wedstrijd, als je samen nog wat gaat drinken, is het leuk. Zeker als je tiener bent leer je op een makkelijke manier omgaan met meisjes. Ik heb Roos leren kennen, zij speelde ook in het Nederlands team, dus dat zegt genoeg toch?” WelpjeWat ook genoeg zegt is dat er zo’n vijfhonderd verenigingen zijn en dat negentigduizend geregistreerde leden regelmatig een potje korfballen. In bijna zeventig landen wordt de sport gespeeld. En dan te bedenken dat het in 1902 bedacht is door Bram Broekhuysen, een onderwijzer uit Amsterdam. Tegenwoordig wordt TeamNL Korfbal, het nationaal team en U21 het Talent TeamNL Korfbal door NOC*NSF erkend als focusprogramma. Niks stoffigs aan dus. Schep begon als welpje bij Ondo, de plaatselijke vereniging in ‘s-Gravenzande. Logisch, want zijn zussen speelden er al en de rest van de straat eigenlijk ook. Welpje Barry had talent en dat bleef niet onopgemerkt. Het talent zat toen vooral in de wil om te winnen. “Ik was fanatiek, wilde de punten binnenslepen. Ik had misschien niet eens zozeer het meeste talent, maar vond het spel leuk en genoot als ik mocht spelen voor een overvolle tribune. Dat gaf me vleugels, dan liep ik nog net iets harder.” En dat stapje harder zorgde voor een plek in het talententeam. “Ik heb altijd goed nagedacht. Wat wil ik? Waar wil ik naartoe? Hoe kom ik in dat nationale team terecht?”De topOp z’n zeventiende komt Schep bij de Delftse club Fortuna. Hij doorloopt alle regioteams voordat hij belandt in het Nationaal Team. “Dat moment, hè, dat de bondscoach je vertelt dat je bent geselecteerd, dat moment vergeet je dus nooit meer. Daar droom je van. Er zijn acht Nederlandse korfballers geselecteerd en ik was daar één van. Dan ben je gewoon echt goed, dan behoor je tot de top en ben je onoverwinnelijk.” Natuurlijk is er een keerzijde van de medaille. Een basisplaats in het Nationaal Team betekent 250 dagen per jaar serieus trainen en dat houdt weer in dat je vijf keer in de week je sporttas pakt en traint. Daar is discipline voor nodig en het houdt ook in dat je even geen sociaal beest meer bent. “Feestjes en verjaardagen moest ik aan me voorbij laten gaan, hoe jammer ik dat ook vond. Maar ik had het ervoor over, ik had altijd gedroomd om mee te doen in het Nationaal Team en was dus bereid daar andere zaken die ik leuk vond tijdelijk voor op te geven. Bovendien verdiende ik er nog een zakcentje mee ook. Mijn vrienden begrepen niet dat ik zo ongelooflijk veel tijd in het korfbal stak.” Maar ondanks zijn drukke bestaan met nauwelijks tijd wist Schep die vriendschappen te onderhouden en ziet hij ze tot op de dag van vandaag nog regelmatig.CoachEn dan komt het moment dat je besluit het rustiger aan te doen en je te storten op andere, ook belangrijke, zaken in het leven. Nadat Schep stopte met het beoefenen van korfbal, werd hij in 2013 assistent-coach bij Blauw Wit. Het jaar daarop werd hij hoofdcoach. En nog steeds is hij dat, maar nu bij Dalto. Want het korfbalbloed kruipt waar het niet gaan kan. Natuurlijk hoopt hij dat Liv korfbal net zo leuk vindt als haar papa en mama en om haar alvast warm te krijgen, heeft hij voor een flinke jeugdaanwas bij Argus gezorgd. “Korfbal is gewoon leuk. Je hebt veel plezier met elkaar, er worden vriendschappen voor het leven gesloten en je leert er veel meer dan sporten alleen. Elke zaterdag van tien tot elf uur traint de Kangoeroe Klup bij Argus en het loopt als een tierelier. Ik train dan kinderen van drie tot zes jaar met als doel ze lekker aan het bewegen te krijgen. Ik leer ze gooien, vangen, doelpunten scoren, verdedigen, maar vooral samenspelen.” Het lag voor de hand dat Schep contact zocht met Argus om iets te kunnen betekenen voor de club. “Het probleem is het gebrek aan vrijwilligers. De Kangoeroe Klup loopt als een dolle, inmiddels komen er wekelijks vijftig kinderen trainen. Er zijn dus vrijwillige trainers nodig.” Het probleem waarmee zoveel verenigingen kampen.Schep heeft er plezier in en is gedurende de coronaperiode blijven zoeken naar mogelijkheden. Kijken wat wel kan. En dat de kinderen zo enthousiast zijn en er zich – zonder er al te veel ruchtbaarheid aan te geven – vijfentwintig nieuwe leden hebben gemeld, geeft hem veel energie. “Let maar op, Argus gaat groeien en dat duurt niet lang. Zeker omdat er bijna geen korfballende ouders meer zijn moeten kinderen zelf op zoek gaan naar wat ze leuk vinden en dan staat korfbal niet op de eerste plaats. Maar als we de kleinsten kunnen bereiken dan is de kans groot dat ze blijven korfballen. Gaan Roos en ik gewoon in het vriendenteam. Lijkt me lekker, op rustig niveau weer een potje ballen”, grijnst Schep.Erelijst van Barry3 x Beste Korfballer van het Jaar (in 2010, 2011 en 2012)1 x Beste Korfbaltalent van het Jaar (in 2001)2 x Nederlands kampioen zaalkorfbal (in 2003 en 2004)2 x Europacupkampioen zaalkorfbal (in 2004 en 2005)Als coach:Nederlands kampioen veldkorfbal in 2017. In hetzelfde jaar sleepte Schep ook de Supercup kampioen veldkorfbal binnen. Bovendien werd hij twee keer Coach van het Jaar.Lees ook het portret van vorige week:‘Door de Terp durf ik de veilige wereld van de Jan Woudsmaschool te verlaten…

Bron: De Scheveninger

error: