Vesting Weesp werd ontheven uit een functie die zijn nut nooit heeft bewezen

Vandaag is het op de kop af 62 jaar geleden dat Weesp als vestingwerk werd opgeheven. De forten en schansen hadden (al langer) militair gezien geen nut meer. Een nut dat ze trouwens nooit echt hebben kunnen bewijzen. Toch is Weesp trots op de verdedigingswerken, al was er ook een tijd dat ze er verwaarloosd bij stonden. De afgelopen periode was in Nederland vooral de strijd TEGEN water in het nieuws. Een strijd die al eeuwenlang wordt gevoerd omdat een groot deel van ons land onder zeeniveau ligt. Zonder onze grote – en wereldberoemde – waterwerken en al die andere dijken, dammen en sluizen zou tweederde van Nederland regelmatig onder water staan. Maar er is ook een tijd geweest dat ons land het water juist gebruikte als verdedigingsmiddel. Ons kleine stadje was onderdeel van zowel de Stelling van Amsterdam als de oude en nieuwe Hollandse Waterlinie en de overblijfselen daarvan (vier schansen en twee forten) staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Lodewijk XIVOm het hoe en waarom achter de vestingwerken uit te leggen, moeten we terug naar het ‘Rampjaar 1672’. In dat jaar vallen de Fransen op bevel van Zonnekoning Lodewijk XIV de Nederlandse Republiek binnen. Ze hebben bovendien ook de Engelse Vloot en diverse Duitse bisdommen aan hun zijde. Het gaat met Nederland economisch gezien dan al niet echt lekker. De band tussen ons land en de andere landen is ook al langer slecht, onder meer door onze positie binnen de zeehandel, politieke en godsdienstige kwesties en militaire incidenten. Tel daar de territoriale ambities van Lodewijk XIV bij op en je hebt alle ingrediënten voor een rampjaar. Al in de Tachtigjarige Oorlog ontstaat het idee voor een verdedigingsstrook van waterNederland heeft in die tijd een uitstekende zeemacht, maar de landverdediging laat nogal te wensen over. Al in de Tachtigjarige Oorlog ontstaat het idee voor een verdedigingsstrook van water. Als onderdeel hiervan wordt in Weesp Fort Uitermeer gebouwd. Maar de linie is nog niet gebruiksklaar als de soldaten van de Zonnekoning ons land belegeren. De vijand rukt snel op naar het hart van de Nederlandse Republiek: Amsterdam. Snelle actie is geboden. Versnelde inundatie Stadhouder Willem III (de toen pas 21-jarige Prins van Oranje) besluit in overleg met zijn steun en toeverlaat, de bouwkundige Menno van Coehoorn, tot versnelde inundatie. Zij laten stel op sprong steden versterken, schansen aanleggen, dijken doorsteken en sluizen openzetten. Het gevolg: een brede strook land tussen Muiden en Brabant komt onder water te staan. Te diep om doorheen te lopen, te ondiep om te bevaren. De vijand druipt uiteindelijk af, de Hollandse Waterlinie is een feit. In de jaren daarna worden op strategische plaatsen vestingsteden, forten, batterijen en andere verdedigingswerken toegevoegd. Ook Weesp wordt ingericht als vestingstad.Na de val van Napoleon besluit Koning Willem I in 1815 de Nieuwe Hollandse Waterlinie in te voeren. Van deze nieuwe linie maakt ook Utrecht onderdeel uit. Samen met de oude linie zorgt dat voor een nog betere bescherming van de belangrijkste Hollandse steden. Deze 85 kilometer lange linie loopt van Pampus langs Utrecht tot aan de Biesbosch. In de periode van de Nieuwe Hollandse Waterlinie is Fort Ossenmarkt gebouwd (1861). Weer later kwam de Stelling van Amsterdam, waar ook verdedigingswerken uit de Oude en Nieuwe Hollandse Waterlinie onderdeel van uitmaken. Deze stelling van 135 kilometer lang vormt de verdedigingslinie rondom Amsterdam en is aangelegd tussen 1880 en 1914.Huiverige vijandHoewel zowel Fort Uitermeer en Fort Ossenmarkt in verschillende periodes bemand zijn geweest, hebben ze nooit een rol gespeeld in de actieve oorlogsvoering. In het intro schreven we dat ze hierdoor nooit hun nut hebben kunnen bewijzen. Dat is natuurlijk niet helemaal waar. De bouwwerken waren onderdeel van een staaltje oer-Hollands waterbouwkundig vernuft, waar de vijand huiverig voor was. De waterlinie had geen nut meer, de Duitsers kwamen met vliegtuigenOp 19 augustus 1959, vandaag precies 62 jaar geleden, werd Weesp bij Koninklijk besluit als vestingwerk opgeheven. De Tweede Wereldoorlog had duidelijk gemaakt dat de waterlinie geen militair nut meer had: het Duitse leger beschikte over vliegtuigen en vloog gewoon overheen. Na de opheffing raakten schansen en forten van Weesp in verval. Begin jaren tachtig groeide het besef dat de verdedigingsring moest worden gekoesterd als erfgoed en begon men de onderdelen weer op te knappen en zichtbaar te maken. Fort OssenmarktDe restauratie van Fort Ossenmarkt startte in 1983 en duurde tot 1985. De dekkingswal werd afgebroken, de gracht werd weer uitgegraven en de toegangsbrug werd hersteld. In 1991 volgde een interieurrestauratie die in 1992 werd afgerond. Sindsdien worden de nissen door de gemeente Weesp verhuurd aan verschillende verenigingen, zoals de Historische Kring Weesp, Muziekschool Globe, Computer Club Weesp en de Kreatieve Groep Weesp. Fort Ossenmarkt is niet openbaar toegankelijk, maar er worden op vooraf aangekondigde momenten wel rondleidingen gegeven.Fort Uitermeer Van het oorspronkelijke vestingwerk is weinig meer over dan een (fraaie. niet te bezoeken) ruïne. Rond 2008 bood de provincie het terrein ter ontwikkeling aan. Een stel Weespers verenigd in de Stichting Uiteraard Uitermeer, overtuigde de provincie met hun plan om het terrein te ontsluiten voor bezoekers en het boeiende verhaal van Fort Uitermeer vertellen. Inmiddels bevinden zich hier een restaurant, een aanlegsteiger, een sloepenhaven en een parkeerplaats en de plofhuisjes en de keerkom zijn gerestaureerd. Er zijn geregeld kleinschalige culturele activiteiten en een evenementenbureau verzorgt op het terrein een kinderescaperoom, teambuilding en bedrijfsuitjes. De schansenWeesp heeft vier schansen: de Bakkerschans, de Nieuwe Agtkant, de Rooseboomschans en de Draaiserschans. Er ligt een plan om ze op te knappen. De schansen hebben veel overeenkomsten (je kunt er bijvoorbeeld heerlijk wandelen in een groene omgeving) en die zullen ook blijven en waar mogelijk worden versterkt, maar in de toekomst krijgt elke schans ook zijn eigen signatuur. De Bakkerschans wordt het domein van Tuin & Groen, de Nieuwe Agtkant van Cultuurhistorie & Groen, de Rooseboomschans wordt ingericht voor Recreatie & Groen en de Draaierschans wordt Park & Groen. Een andere intentie is om de cultuurhistorie te versterken…

Bron: De Scheveninger

error: